donderdag 18 juni 2015

Eetgewoonten

"I'm strong to the finish, cause I eats me spinach,
I'm Popeye the Sailor Man"
Jack Mercer, 1960

Vanaf het moment dat ik besefte wat eten was, heb ik geruime tijd enkel spinazie als groente gegeten, zeker tot een jaar of 5. Ik lustte niks anders. Destijds werd dat gewoon bestempeld als een kind wat een moeilijke eter was, en waarvan in de lijn der verwachting lag dat dat op een bepaald moment wel zou bijdraaien. Ouders van nu zullen in zo'n geval hun kind Popeye-istisch noemen op zo'n zorgelijke en tegelijkertijd berustende wij-hebben-het-ook-niet-makkelijk toon met in hun ogen een blik van 'ons kind is bijzonder'. Popeye-isme past mooi in het rijtje met alle andere moderne gedragsstoornissen die de kinderen tegenwoordig nu eenmaal moeten hebben wil je als ouders meetellen op het schoolplein.

Ik vind spinazie nog lekker, maar heel veel andere dingen gelukkig ook. Thuis werd er voornamelijk de Hollandse pot gegeten, aardappels, groenten en vlees met een toetje. Als puber moest overal tomatenketchup over, zoiets is ook van voorbijgaande aard. Zaterdags brood met zelfgemaakte soep. Soms maakte mijn moeder macaroni met saus, en als we buitenlands aten was dat Chinees, nu was er in die tijd dat ik opgroeide ook niet zo'n ruime keus aan buitenlandse restaurants zoals nu. 

Toen ik op mezelf ging wonen kocht ik het boekje "Koken voor beginners", en die titel dekte geheel en al de lading, er stond van elke groente in hoe je die moest schoonmaken en koken, ook het koken van aardappels en zelfs het koken van een ei werd beschreven. In den beginne kookte ik dus zoals ik dat thuis was gewend. Maar gaande weg heb ik toch mijn eigen weg erin gevonden van wat voor mij de beste manier is om eten te maken, tegenwoordig veel roerbakken en pasta of rijst. Gekookte aardappels eigenlijk nooit meer, wel zo nu en dan gebakken aardappeltjes. 

Het koken voor gasten vind ik leuk, maar ik ben geen echte keukenprins. Ik krijg bij vrienden de meest geweldige gerechten voorgeschoteld die er bovendien oogstrelend uitzien. Ik kan daar nooit aan tippen en word daar dan wat onzeker van, waardoor ik in het verleden de fout heb gemaakt door vrij veel te maken, de gedachte er achter was dat men dan zou denken: "Het was dan wel niet zo verfijnd als bij ons, maar er was in ieder geval genoeg". De ommekeer daarin kwam toen vrienden half huilend uitriepen: "Maar dat krijgen we toch nooit op!" toen ik de ruime porties opdiende. Ik durf nu kleinere hoeveelheden te maken, maar het gaat tegen mijn natuur in, bang als ik ben dat ze thuis direct naar de broodtrommel rennen omdat ze nog trek hebben. Uiteindelijk, zo heb ik geleerd, gaat het bij de kaars verlichtte dinertjes die ik met vrienden heb om het samen zijn en het plezier wat we met elkaar hebben.

Het is qua eetgewoonten toch nog goed gekomen met dit in den beginne Popeye-istische kind.















Geen opmerkingen:

Een reactie posten